Sinds kort is er een nieuwe online module beschikbaar voor de doelgroep kinderen en jongeren: ‘Durf meer!’. Deze Gx-module is ontwikkeld in samenwerking met GGZ Oost-Brabant.
‘Durf meer!’ kan worden ingezet bij behandeling van angststoornissen bij kinderen tussen de 8 en 14 jaar. De module is erop gericht om kinderen en jongeren beter met hun angst om te leren gaan. Dit wordt bereikt met behulp van psycho-educatie en cognitieve gedragstherapie.
Eerst leren kinderen en jongeren wat angst is
In het begin van de interventie leert de cliënt over angst. Wat is angst? Wat merk je aan jezelf als je angstig bent? En welke gedachten spelen daarbij een rol? De kinderen en jongeren leren hierover in korte stukjes tekst, afgewisseld met leuke opdrachten, animaties en video’s. In de video’s delen Jelle (9 jaar) en Amy (12 jaar) hun verhaal en geven tips. Ook zijn er video's van Mirthe (psycholoog). Zij geeft advies en uitleg om alles nog beter te begrijpen. Door de informatie beknopt te houden en op diverse manieren aan te bieden, blijft het voor de kinderen en jongeren interessant.
Samen met een maatje
In je eentje kan zo’n interventie best lastig zijn. Daarom kiest de cliënt aan het begin van de behandeling een maatje. Dat maatje is vaak een volwassen persoon die het kind goed kent, zoals een familielid of de mentor op school. Hoeveel het maatje nodig is, verschilt per kind. Leeftijd en ernst van de klachten spelen daarin een rol. Oudere kinderen zullen misschien meer zelfstandig werken. Maar ook zij kunnen veel hebben aan iemand die op de hoogte is van waar ze mee bezig zijn.
Stapje voor stapje durven kinderen en jongeren meer
Na het leren over angst, volgt het daadwerkelijke oefenen. De cliënt maakt een zogenaamde angstladder. Dit is een stappenplan om van iets wat je al durft op te klimmen naar hetgeen dat je juist zo eng vindt. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een jongen met hoogtevrees. Zijn einddoel wordt om de Domtoren in Utrecht te beklimmen. Maar de eerste stap is om op het keukentrapje te staan. Hoeveel stappen hij daartussen wil maken en welke stappen dat zijn, mag hij zelf bepalen. Samen met het maatje wordt zo een passend stappenplan bedacht. En als de stappen bepaald zijn, wordt er bij elke stap natuurlijk een beloning gekozen voor als die stap behaald is.
De beste oefeningen bedenk je zelf
Naast het aantal en soort stappen, bedenkt de cliënt ook zelf hóe deze stappen geoefend gaan worden. Dat gebeurt in de sessie ‘Oefenstap’. Deze sessie bereidt het kind voor op het oefenen. In die sessie vult het kind, eventueel samen met het maatje, in:
- Hoe hij de stap gaat oefenen
- Wanneer hij gaat oefenen en hoe vaak
- Welke helpende gedachten hem zouden kunnen helpen bij het oefenen
- Wanneer hij de stap gehaald heeft
- Hoe het maatje hem hier het beste bij kan helpen
Steeds na het behalen van een stap maakt de cliënt opnieuw deze voorbereidende ‘Oefensessie’ om de volgende stap voor te bereiden.
Een oogje in het zeil
Door gebruik te maken van een dagboek wordt het oefenen telkens geëvalueerd. Hoe is het gegaan? Hoe angstig was je?
De cliënt is dus behoorlijk zelfstandig bezig, maar de behandelaar houdt een oogje in het zeil. Zo kan de behandelaar het dagboek altijd inzien. En zodra de cliënt in het dagboek aangeeft de stap gehaald te hebben, krijgt de behandelaar automatisch een bericht. Er wordt geadviseerd om de ingevulde dagboeken te bekijken en o.a. aan de hand daarvan een inschatting te maken. Moet er verder geoefend worden? Is het tijd voor een face-to-face gesprek? Of kan de oefensessie voor de volgende stap worden klaargezet?
Meer weten?
Wil je meer weten over de module ‘Durf meer!’? Neem dan voor meer informatie contact op met ons op. Lees meer over het gebruik van digitale middelen in kind&jeugd teams in de GGZ op de pagina 'Ehealth voor kinderen en jongeren'
Bekijk ook de volgende video over de inzet van ehealth voor jongeren binnen de afdeling Preventie van Indigo.