Door huisartsenzorg succesvol met het sociaal domein te verbinden, wint de POH Jeugd steeds meer aan terrein. Wat doen deze hulpverleners en wat is hun meerwaarde? Bij zorggroep Zorroo in Oosterhout zijn ze erg blij met de functie, vertellen POH Jeugd Mirjam Toet en zorgmanager Kristy van der Staal.
Mirjam Toet en Kristy van der Staal
Sinds ongeveer zeven jaar draait Zorroo een pilot waarbij iedere huisartsenpraktijk een POH GGZ heeft. Er wordt binnen de keten nauw samengewerkt. Met de start van de transitie van de jeugdzorg, nu zo’n vijf jaar geleden, werd de financiering van de jeugdzorg naar de gemeente verplaatst en dus weggehaald bij de zorgverzekeraars. Deze switch heeft heel wat om handen gehad, gemeenten moesten op zoek naar hoe de jeugdzorg vorm te geven.
“Voor die tijd hadden we nooit veel met gemeenten te maken gehad op gebied van financiering van zorg”, aldus zorgmanager Kristy van der Staal. “Er dreigde een tekort te ontstaan in de begeleiding van kinderen en jeugd, doordat de zorg niet laagdrempelig bereikbaar was.” Zorroo ging daarom om de tafel met de gemeente, waarna bleek dat een aantal psychologenpraktijken in de regio te klein was om de procedure voor contractering bij de gemeente aan te gaan. Of ze moesten aan zoveel eisen voldoen dat dit voor hun niet haalbaar was.
“Huisartsen in de regio vroegen ons, naar wie verwijzen we deze groep door als er geen gecontracteerde zorg dicht bij huis is?”, vertelt Van der Staal. Vooral de grote aanbieders in de regio waren gecontracteerd. Uit die behoefte ontstond er een contract waardoor psychologen van Zorroo als onderaannemer voor de gemeente konden werken. Daarna werd nagedacht over hoe de zorggroep verder van betekenis kon zijn. “Wij zijn er immers ter ondersteuning van de huisartsen.”
"Er ontstond een contract waardoor psychologen van Zorroo als onderaannemer voor de gemeente konden werken."
Zo kwam een pilot met de POH Jeugd tot stand. In deze pilot lag de focus op de ADHD-klachten van kinderen en jongeren. Daarbij werd er aanbod gecreëerd voor kinderen en jeugdigen zonder dat er meteen een diagnose gesteld hoeft te worden. “Daardoor is het ook minder duur en voor de kinderen minder belastend.”
De POH Jeugd heeft tijd voor een uitgebreidere intake. In de pilot werd bekeken of die als een soort tussenstation kan fungeren, voordat er eventueel een doorverwijzing komt naar een psycholoog of ziekenhuis. “Door meer investering van tijd en de screening, werden er ook minder kinderen doorverwezen. Ook bleek dat soms na een korte interventie van de POH Jeugd geen verdere zorg nodig was”, vertelt Van der Staal. Na het succesvolle verloop van de eerste pilot, werd er drie jaar geleden ook andere problematiek aan de portefeuille toegevoegd in een soortgelijke pilot in enkele andere nabije gemeenten.
Verlengde van de huisarts
Mirjam Toet is samen met haar collega POH Jeugd voor alle huisartsenpraktijken in Oosterhout. Ze kunnen zelf hun agenda invullen, voeren uitgebreide intakegesprekken, investeren in contacten en samenwerkingen en houden een sociale kaart bij. De POH Jeugd behandelt zelf ook kortdurend of geeft opvoedadvies. Wanneer de problematiek te groot of te specialistisch is voor de POH Jeugd, kijkt hij of zij vanuit diens kennis van de sociale kaart waar het kind en de ouders het beste geholpen kunnen worden. Zo komt er een gerichte verwijzing vanuit de deskundigheid en ervaring van de POH Jeugd. “We zijn een verlengde van de huisarts naar het jeugddomein. Een grote taak is dus ook de triage.”
De samenwerking van het sociale domein en de huisarts ziet Toet als winst. “Er was altijd een kloof tussen die twee, terwijl je soms ook de deskundigheid van de huisarts nodig hebt. De huisarts kent vaak de hele familie, soms hele generaties, en heeft zicht op wat er gebeurt. Daardoor kunnen we systematisch inhaken op wat nodig is.” De POH Jeugd is een verlengde van de huisarts, die de eindverantwoordelijke blijft.
Geen labels, maar kijken naar geheel
Bij de huisarts komen kinderen en tieners bijvoorbeeld omdat er sprake is van ontwikkelingsproblematiek. Er is een verzoek om diagnostiek en behandeling, omdat de school of ouders kenmerken van ADHD zien. “Om niet meteen labels te gaan plakken - we willen juist ontlabelen - kijken we naar het geheel. Spelen er andere omstandigheden mee? Zijn er heftige gebeurtenissen geweest in een familie? We kijken naar het hele leven van het kind.” Daar komt ook ouderbegeleiding bij kijken, aldus Toet. “Ouders voelen zich soms onzeker, daarom begeleiden we hen dan ook. Is er sprake van problematiek bij jonge kinderen, dan helpen we ook bij opvoedingsondersteuning.”
Er komt een breed scala aan problematiek voorbij. Van somatische klachten als buikpijn of hoofdpijn, tot slaapproblemen en echtscheidingsproblematiek of gedragsproblemen. Is er sprake van pesten of niet mee kunnen komen op school, dan wordt er contact gelegd met scholen of een sociaal wijkteam. “Is er behoefte aan psychische begeleiding, dan geven wij deze hulp”, vertelt Toet. Er zijn ook samenwerkingen met kinderfysiotherapeuten en de poep- en plaspoli in het ziekenhuis.
De POH Jeugd kan soms al van waarde zijn met een laagdrempelige begeleiding, bijvoorbeeld door het voeren van een paar gesprekken. “Soms is dat voldoende gebleken, maar andere keren wordt de problematiek dan juist zichtbaar. Dan kijk je waar je een kind naar kunt doorverwijzen, of blijkt er een systematische aanpkak nodig voor het gezin.”
Minddistrict-modules ter info en ondersteuning
In haar functie zet Toet ook ehealth in ter ondersteuning. “Dat deed ik als POH GGZ al, en nu als POH Jeugd nog steeds, al is het wel wat minder. Ik gebruik het als ouders een hulpvraag hebben over een kind met ADHD, bijvoorbeeld als een kind in een nieuwe levensfase komt en ouders zich weer wat moeten aanpassen. Ik hoor veel positieve geluiden over de Oudercursus ADHD en de ADHD-medicatiemodule, die zet ik dan ook in. De medicatiemodule is nuttig als ouders nog geen diagnose hebben of twijfelen over medicatie. En soms laat ik de jongere de module zelf doorlopen.”
"Dat deze modules via de app te doen zijn, werkt goed bij zowel wat oudere kinderen als tieners."
Andere modules die van pas komen, draaien onder meer om zelfbeeld en onzekerheid. De Zelfbeeldmodules komen hierbij van pas, aldus Toet. “Dat deze modules via de app te doen zijn, werkt goed bij zowel wat oudere kinderen als tieners, al hangt het ook af van hun niveau. Heb ik een hoogbegaafde tiener in behandeling, dan gebruik ik soms een module voor volwassenen. Maar dan kijk ik wel goed wat er kan en passend is. Soms betrek ik ze daarin, en laat ik ze wat opties zien.”
De modules vragen wel om veel discipline, dus niet iedereen rondt ze helemaal af. “Ik laat een tiener zien hoe het werkt, en opper om op een vast moment op de dag even ermee aan de slag te gaan. Maar uiteraard is de ene tiener daar trouwer in dan de andere.” In een enkel geval gebruikt Toet een module ter ondersteuning van een hulptraject, en vullen ze deze samen in. “Ik zet ook vaak dagboeken klaar. Sommigen zijn heel trouw in het invullen, al kan het ook weer stoppen na een week of twee.”
Verschillende invulling van POH GGZ Jeugd
Inmiddels staat de pilot goed in de steigers en is het bijna een volwaardig product, aldus Toet. “Ik merk dat er op andere plekken in het land wordt gesproken over de functie en ik verwacht dat er een opmars gaat komen.” De functie van POH Jeugd (soms ook POH GGZ Jeugd genoemd) is nog in ontwikkeling en wordt in elke gemeente anders ingevuld, aldus Toet. “Soms is dat alleen op het gebied van financiering. Niet overal wordt de POH Jeugd volledig door de gemeente betaald, andere pilots worden deels door de verzekeraar en de gemeente vergoed.” Dit hangt ook af van de achtergrond van de hulpverleners.
Met pilots in vier verschillende regio’s zijn er straks meerdere gemeenten bij Zorroo aangesloten. “Na de eerste pilot hadden andere gemeenten ook snel interesse. We merken dat de lijntjes korter zijn, en er meer contact is tussen alle instanties”, aldus Van der Staal. Er is veel input, dit helpt om een steeds betere professionaliseringsslag te maken, vertelt Toet. “De huisarts weet ons te vinden, al maakt de ene daar meer gebruik van dan de ander. Een goede relatie met de huisarts is essentieel, dus we moeten zichtbaar zijn en blijven.”
Uiteindelijk is het hoofddoel van Zorroo dat er zo min mogelijk gesjouwd wordt met kinderen en zij sneller op de juiste plek terecht komen, aldus Van der Staal. “En zijn ze doorverwezen, dan trekken we niet meteen onze handen eraf. We blijven betrokken en op de hoogte over de voortgang.”
Geïnteresseerd in zo’n samenwerking in de regio?
Kijk dan eens op onze pagina over netwerkzorg. Als je zelf ehealth bij jeugd wilt inzetten, neem dan contact met ons op!