Onder jongeren komt faalangst veel voor: ongeveer 10% van de schoolgaande jeugd heeft er last van. Petra Lahr en Daphne Rijkée ontwikkelden voor hen de methode ‘Eerste hulp bij faalangst’, uitgegeven bij Bohn Stafleu van Loghum. Interventieontwikkelaar Renske maakt er, in samenwerking met hen, een ehealthmodule van. Wij vroegen haar: wat heb je zelf geleerd?
Wat is faalangst?
Faalangstige gevoelens komen veel mensen bekend voor: spanning voor een examen, angst om af te gaan bij een presentatie. Maar echte faalangst kan verlammend werken, vertelt Renske Gommer, interventieontwikkelaar bij Minddistrict. De methode Eerste Hulp bij Faalangst is bedoeld om faalangst onder controle te krijgen. Renske: “Jongeren leren hoe ze hun zenuwen de baas kunnen worden. Soms kennen ze het concept faalangst nog niet. De module begint dan ook met het hoofdstuk ‘Wat is faalangst’.”
Van werkboek naar online module
Petra Lahr en Daphne Rijkée ontwikkelden de methode. “Met jarenlange ervaring hebben zij die opgezet en inmiddels zijn al heel wat jongeren geholpen door het werkboek,” zeg Renske, die haar enthousiasme niet onder stoelen of banken steekt. “Nu er ook een online versie is, kunnen nog meer jongeren geholpen worden om hun faalangst te verminderen.” De nieuwe module, die ook Eerste Hulp bij Faalangst heet, is volledig gebaseerd op de methode. “Ik heb nauw met Petra en Daphne samengewerkt, zodat de online versie hun visie blijft ondersteunen,” legt Renske uit.
Renske Gommer
Soorten faalangst
“Bij het maken van deze online versie van ‘Eerste hulp bij faalangst’ leerde ik zelf ook nog van alles over faalangst,” zegt Renske. “Ik wist bijvoorbeeld niet dat er verschillende vormen van faalangst zijn, zoals cognitieve faalangst, sociale faalangst en motorische faalangst.” De cogniteve vorm, bang zijn om lesstof niet te snappen of een blackout te krijgen bij een toets, is misschien het bekendst. Maar zo bestaat ook sociale faalangst: bang zijn om het in de ogen van anderen niet goed te doen, waardoor je bijvoorbeeld geen vragen durft te stellen aan een docent. En motorische faalangst, die zich heel fysiek uit, en waar zelfs topsporters last van kunnen hebben.
Voor de methode maakt het niet uit hoe faalangst zich bij een jongere uit. “De module is echt breed inzetbaar. En heel goed op jongeren toegespitst.” Als voorbeeld noemt Renske de video's. “Door de hele module kom je video's tegen van twee jongeren die ook last hebben van faalangst. Hun verhalen geven nog meer inzicht en vooral ook herkenbaarheid.”
Reacties van jongeren
Dat betaalt zich uit. Petra Lahr, één van de auteurs, vertelt dat herkenbaarheid hoog gewaardeerd werd door jongeren die de methode volgden. “Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘zo fijn dat er ook anderen aan het woord komen die faalangst hebben. Hun verhaal heeft echt geholpen.’”
Andere reacties laten zien dat de verschillende soorten faalangst inderdaad ondervangen worden in de module. “Eén van de deelnemers met congnitieve faalangst vertelde me bijvoorbeeld: ‘Ik snap nu waarom harder werken niet de oplossing was tegen mijn faalangst. Ik neem nu meer pauzes en mijn cijfers zijn beter.’ Een andere jongere, die op hoog niveau handbalt, vertelde dat ze geleerd heeft om bij het handballen te denken aan alle goede momenten, in plaats van alles wat ze fout doet. Dat helpt haar in een wedstrijd.”
Meer weten?
Lees in onze catalogus meer over de module Eerste Hulp bij Faalangst.
Heb je vragen voor Renske, of wil je meer weten over hoe je ook gebruik kunt maken van deze methode? Laat het ons weten